Waarom is neuro-inclusief werken geen ‘moetje’ maar een must

We kennen het allemaal, die ellenlange vergadering waar iedereen zich met tegenzin naartoe sleept. De groep is te groot en de agenda is te vol, maar eindelijk, na eindeloos overleg, lijken alle neuzen dezelfde kant op te staan. Het einde is in zicht, de koffie lonkt. Totdat iemand die ene scherpe, kritische vraag stelt. Een stilte. Iemand schuift ongemakkelijk op z’n stoel en er wordt gegniffeld, want het is precies wat een paar anderen ook dachten, maar niet durfden te vragen. Het is ongefilterd én raak, maar de vergadering is bijna afgelopen. De vraag wordt daarom weggewuifd. De richting blijft rechtsaf. Negen stemmen tegen één. Slim en efficiënt of een gemiste kans? Zolang er in vergaderingen geen ruimte is voor neurodiverse perspectieven, zullen we dat nooit weten. 

Marlieke Koks, spreker over neurodiversiteit op de werkvloer, legt in dit blogartikel uit dat het creëren van een neuro-inclusieve werkvloer geen moetje maar een must is. Neurodiversiteit verwijst naar de variatie in het functioneren van de hersenen en de manier waarop mensen denken, leren, communiceren en informatie verwerken. Zo’n 20% van Nederland heeft een anders bedraad brein, wat neurodivergent genoemd wordt. ADHD, autisme, dyslexie en hoogbegaafdheid zijn geen stempels voor ‘mensen met een gebruiksaanwijzing’, maar unieke brillen waarmee naar de wereld en een organisatie gekeken wordt.

Marlieke heeft zelf een ADHD-brein en juist die ervaring laat haar dagelijks zien hoeveel waarde er schuilt in anders denken en doen. Het helpt haar om organisaties te laten ervaren dat een neuro-inclusieve werkvloer geen moetje is, maar een must.

Organisaties die een neuro-inclusieve werkomgeving creëren, kiezen voor een cultuur waarin alle denkkracht benut wordt. Met als resultaat: hogere productiviteit, betere samenwerking, minder uitval én meer innovatie. Het maakt organisaties niet alleen menselijker, maar ook toekomstbestendiger.

De harde waarheid: het inclusiviteitsbeleid faalt

Steeds meer organisaties pronken met hun DEI-beleid. Met Pride een regenboogvlag op LinkedIn, vrouwen in topfuncties en af en toe een lunchsessie over culturele diversiteit. Ondertussen blijven neurodivergente medewerkers zich aanpassen tot het wringt. Tot ze opbranden of vertrekken. Niet omdat ze niet ‘passen’, maar omdat het systeem waarin ze functioneren gebouwd is voor één type brein. Het brein dat makkelijk vergadert, structureel plant en zich moeiteloos aanpast aan de standaard kantoor gewoontes.

Lang geleden moesten linkshandige kinderen verplicht met rechts leren schrijven. Tegen hun natuur in. Puur omdat het systeem het zo wilde. We zijn gelukkig al een stuk verder dan toen, maar voor veel neurodivergente mensen voelt de werkvloer anno nu soms nog steeds zo onnatuurlijk en voelen sommige taken zoals rechts schrijven voor een linkshandige. Ze zijn er simpelweg niet voor gemaakt. Als het gaat om kennis over neurodiversiteit én hoe we daar op de werkvloer mee omgaan, valt er nog veel te winnen.

Van ongemak naar innovatie

Een idee dat drie dagen ná de brainstorm wordt gemaild. Een stilte bij het koffiezetapparaat. Een Zoom-call met de camera uit. Een collega die (zonder excuus) na een halfuur het kantoorfeest verlaat. Een vraag die tijdens de meeting voor een lastige sfeer zorgt. Opvallend, soms ongemakkelijk en misschien zelfs wat raar op het eerste gezicht, maar wie bepaalt wat normaal is? Neurodivergenten doen de dingen niet anders om lastig te zijn, maar omdat ze anders móéten denken, omdat hun brein nooit op de automatische piloot staat, een andere blik heeft en buiten de lijntjes denkt.

Neuro-inclusief werken: geen ‘moetje’ maar een must

In die kleine afwijkingen schuilt vaak juist het vernieuwende: het patroon dat niemand anders ziet of een idee wat out of the box is en waarmee een organisatie een streepje voor heeft op de concurrent. Neem het dyslectisch brein. Misschien worstelt het met foutloze e-mails, maar blinkt het uit in conceptueel en probleemoplossend denken. Of de collega met een ADHD-brein: misschien minder punctueel met planningen en praatgraag in meetings, maar briljant in ideeën-ontwikkeling en crisissituaties.  

Dat is precies wat organisaties in de toekomst hard nodig hebben. Met een krappe arbeidsmarkt, de verwachte toename van onzekerheid en black-swan events en de instroom van steeds kritischere Gen Z’ers, is neuro-inclusief werken geen ‘moetje’ meer, het is een must.

Moet de collega zich aanpassen of de werkomgeving?

“Maar die ene collega is toch in de minderheid?” is een gedachte die vaak  onuitgesproken in veel organisaties rondzingt. Het is inderdaad wel lekker makkelijk, als iedereen op dezelfde manier werkt, denkt en communiceert, maar een neurodivergente collega is geen ‘uitzondering’ om incidenteel te faciliteren of een inspirerend verhaal voor op de Instagram-pagina. Een neurodivergente collega is een professional en net als ieder ander kan die professional alleen floreren in een werkomgeving die hem of haar begrijpt. En waar nodig ruimte biedt. 

Het gaat niet om ‘de uitzondering regelen’, maar om structuren bouwen waarin álle mensen kunnen uitblinken. Op hún manier. Vertrouwen in plaats van controle. Ruimte maken voor verhalen die schuren, systemen die wrikken en perspectieven die verrassen.

Kleine aanpassingen, groot effect (voor iedereen) 

Veel bedrijven denken dat de drempel naar een neuro-inclusieve werkomgeving hoog is, maar al met kleine aanpassingen die breed in de organisatie worden doorgevoerd, kunnen systemen worden ingericht waarbinnen álle breinen kunnen meedoen zonder zichzelf te verliezen. Hier hebben alle mensen binnen de organisatie profijt van.

Neuro-inclusief werken vraagt geen complete organisatie-omgooi.

Het begint met eerlijk kijken naar:

hoe je meetings organiseert

hoe je prestaties beoordeelt

hoe je sollicitaties voert

hoe je samenwerkt

Marlieke Kok met witte achtergrond

Wat is jouw volgende stap?

Organisaties die nu inzetten op neuro-inclusiviteit, bouwen niet alleen aan een menselijkere werkvloer. Ze investeren in een cultuur waarin alle denkkracht benut wordt. Dat is precies wat nodig is om toekomstbestendig te zijn.

De vraag is niet of je ruimte maakt voor neurodivergent talent. De vraag is: durf je het ongemak toe te laten waar echte verandering begint?

Suzanneweb

Wil je een spreker over neurodiversiteit op de werkvloer inhuren voor je volgende event?

Bespreek de mogelijkheden!