De undercover econoom die de werkelijkheid induikt
Als kind droomde Jona van Loenen, net als zoveel jongens, van een carrière als profvoetballer. Tot hij in tien minuten met 21-0 van Nottingham Forest verloor en die droom definitief de prullenbak in kon. Op de middelbare school kwam er iets anders voor in de plaats: het vak economie. Voor het eerst had hij het gevoel dat hij een raamwerk kreeg om de wereld te begrijpen. Alles waar thuis over werd gepraat – politiek, geld, ongelijkheid – viel ineens op zijn plek. Die fascinatie voor geld en voor de mechanismen achter onze samenleving liet hem niet meer los. Jona koos voor de studie economie, maar merkte al snel dat de modellen en theorieën hem juist verder van de werkelijkheid af dreven.
In zijn werk noemt Jona zichzelf de undercover econoom. Niet omdat het lekker bekt, maar omdat hij weigert vanuit een ivoren toren naar grafieken te staren. Hij bouwt bedrijven, spreekt dagelijks met ondernemers en staat met beide voeten in de modder. Volgens Jona is economie geen rekensom, maar een mix van psychologie, filosofie en bestuurskunde: het gaat over gedrag, over de vraag in wat voor wereld we willen leven én over het beleid dat we daarvoor durven maken. Daarom ziet hij de economie als de satéprikker van de samenleving. Grote thema’s als klimaat, migratie, wonen en ongelijkheid zijn uiteindelijk allemaal economische vraagstukken. En juist daarom moeten we die economie begrijpelijk maken voor iedereen, niet alleen voor economen.
In de video met Het Sprekershuys legt Jona uit waarom hij vindt dat Nederland in een verdringseconomie zit. We hebben een tekort aan alles: mensen, materiaal, ruimte, netcapaciteit en ecologische ruimte. Hij vergelijkt de Nederlandse economie met een terrarium dat ooit zorgvuldig is ingericht, maar nu volledig is dichtgegroeid. Er kan niets meer bij. De enige manier om weer vooruit te komen, is durven snoeien. Dat betekent afscheid nemen van sectoren die veel ruimte innemen en weinig toevoegen, zodat we kunnen investeren in de economie van morgen. Groei is daarbij geen vies woord, benadrukt Jona. Echte groei is met minder middelen hetzelfde bereiken of met slimme technologie meer waarde creëren – óók als het gaat om klimaat en duurzaamheid.
In zijn volgende boek richt Jona zich op een ontwikkeling die hij met zorg volgt: de verschuiving van een productieve economie naar een rentenierssamenleving. Niet je talent of inzet, maar de bankrekening van je ouders wordt steeds bepalender. Hij spreekt over een erfocratie, waarin erfenissen en vermogens de verhoudingen scheef trekken en kansenongelijkheid verder groeit. Tegelijkertijd blijft hij optimistisch: met scherpe keuzes, slimme investeringen en een eerlijk gesprek over groei, klimaat en ongelijkheid kunnen we de koers nog bijsturen. Jona doet precies dat in zijn lezingen: hij fileert de grote verhalen achter onze economie, maakt ze begrijpelijk met humor en concrete voorbeelden en laat zien wat het betekent voor jouw organisatie, beleid en dagelijks leven.