"De keus voor veganisme is voor mij een drieledige. Er is het dierenleed, waarover we de laatste jaren steeds meer te weten zijn gekomen. Daarnaast weten we ook steeds meer over enorme impact van de vlees-en zuivelindustrie op het klimaat. Dat gaat me aan het hart, want als antropoloog heb ik onderzoek gedaan op plekken over de hele wereld die extra kwetsbaar zijn voor klimaatveranderingen, van Inuit-dorpen in Groenland tot de sloppenwijken van Jakarta. En dan is er nog een minder-vaak gehoord, maar zeker zo belangrijk argument: veganisme is voor mij een oefening in menselijkheid. "
"Door de normalisering van de grootschalige veehouderij, en door de constante narratieve bevestiging in onze cultuur dat dierenleed normaal, noodzakelijk en natuurlijk is, raken we steeds meer gewend aan wreedheid jegens dieren in onze cultuur. Anders gezegd: we worden steeds ongevoeliger voor het lijden van andere wezens. Dat heeft potentieel niet alleen invloed op ons gevoel over het leed van dieren, maar ook voor onze capaciteit om mee te kunnen voelen met het leed van bootvluchtelingen, oorlogsslachtoffers en overstroomde gemeenschappen. Zoals de Franse dichter Alphonse de Lamartine al schreef: ‘We hebben niet twee harten, een voor mensen en een voor dieren. We hebben een hart, of niet.’"