Blog Mark Schalekamp

Maartje IJzerman

Maartje IJzerman

Mark glimlacht naar camera. Hij staat voor Bershka en heeft een tas om zijn schouder hangen

‘Er zijn al zo’n miljoen Erasmus-babies.’

Erasmus-babies

‘Er zijn al zo’n miljoen Erasmus-babies,’ merkte een van mijn Youropeans op. Erasmus-babies? Ja, het resultaat van studenten op uitwisselingspad. Ik had het vaker gehoord, het getal één miljoen zong hardnekkig rond, maar leek me wat veel, op de drie miljoen studenten die sinds 1987 deelnamen. Ga maar na: als elk stel gemiddeld twee kindjes produceert, zijn er 500.000 Erasmusstellen, dus één miljoen (ex-)studenten, wat betekent dat één op de drie zich binnen Erasmus voortplant… Maar dat het Erasmus letterlijk bijdraagt aan Europese eenwording is een feit. Ook ik hoopte daaraan bij te dragen: dat was de reden om in juni 2014 te beginnen aan een tweejarige rondtocht langs de EU-hoofdsteden, waar ik telkens acht mensen interviewde over hun werk en Europa: een dokter, kapper, politieagent, sekswerker, immigrant, lokale beroemdheid, kunstenaar en ondernemer. Youropeans noemde ik die tour d’Europe en met het optekenen en wijd verspreiden van hun verhalen hoopte ik bij te dragen aan een soort van Europees clubgevoel. Onbekend maakt onbemind, was mijn gedachte en het omgekeerde zou ook moeten gelden. Het leek mij nuttig, want die club, die EU, waarvan we allemaal lid zijn, is er nu eenmaal en heeft een steeds grotere invloed op ons dagelijks leven. Door wetten, doordat onze buren hier komen werken of wij hun landen opzoeken op reis of dus voor een jaartje studeren, bijvoorbeeld. En terwijl die unie steeds belangrijker en groter werd, nam tegelijkertijd de populariteit sterk af. Want die EU deugt niet. Brussel is een ondemocratisch hol waar gezichtsloze technocraten pietluttige regeltjes bedenken. Dat kaas niet meer op traditionele manier mag worden gemaakt, olijfolie in restaurants niet meer in open flesjes op tafel mag staan, dat de bananen recht moeten zijn. Werkelijk belangrijke zaken, zoals de recente financiële crisis, pakte die unie halfslachtig aan en het immigratieprobleem loopt uit de hand doordat die EU niks doet. ‘Ja, we zijn kort van geheugen,’ reageert Herman van Rompuy korzelig, net afgetreden als voorzitter van de Europese Raad, wanneer ik hem die kritiek voorleg. Hij is mijn lokale beroemdheid voor Brussel. Vergeten zijn we dat al 70 jaar vrede kennen dankzij dat verenigd Europa, een grotere welvaart, dat we makkelijker kunnen (konden?) reizen. Natuurlijk gaat er ook veel mis met die EU. Het is stroperig, de uitbreiding ging wellicht wat snel. Maar Brussel heeft helaas niet echt de middelen om het geheugen van de Europeanen op te frissen, of hun uit te leggen dat dat veel van die pietluttigheden broodjes aap zijn en er best veel wel deugt. Want de media zijn vooral nationaal en helaas niet echt geïnteresseerd of kundig als het gaat om de EU en de leiders van de lidstaten hebben baat bij een impopulair Europa: meer Brussel, betekent minder Den Haag, Zagreb, Athene. ‘Die EU is een kathedraal, geen schuurtje,’ hoorde ik wel vaker. Die bouw je niet in een paar jaar. Zoals het ook tijd nodig heeft voor we ons ook Europeaan gaan voelen. Africanness bestaat. ‘Ubuntu heet dat, ik ben omdat wij zijn,’ legde Max, sociaal ondernemer in Ljubljana me uit. Maar voel je je Europees? Da’s lastiger. Nee, zeiden de Ieren en de Britten bijvoorbeeld. Nee, zeiden de Italiaanse actrice Sara, ‘Ik voel me al nauwelijks Italiaan.’ Maar ja, zeiden diegenen die veel gereisd hadden, zoals profvoetballer Henrik Larsen, die speelde in vele competities. Of Phil May, die als zanger van The Pretty Things elk podium en elke kroeg van Europa zag. ‘Europa is als een huis met vele kamers,’ zei hij. Het gekke is dat we als het over Europa gaat vooral de verschillen benadrukken. Zie zelfs het EU-motto: verbonden in verscheidenheid. Terwijl we minstens zoveel gemeen hebben en er echt wel zoiets bestaat als Europese cultuur, als resultaat van eeuwenlange handel, oorlog, verhuizingen, uitwisselingen en reizen van schrijvers, componisten en schilders, bovendien joods-christelijk geworteld. En een gemeenschappelijke taal hebben we ook, dat is Engels. Tot nu toe ging het in Europese samenwerking vooral om economische. Sociale cohesie werd nooit zo belangrijk gevonden, terwijl die voor het slagen van het Europese project belangrijk is. Daarom is de Erasmus-uitwisseling goed. En kan sport een goede rol spelen. Het is het proberen waard om voor verschillende sporten een Europees team te selecteren, dat het opneemt tegen andere werelddelen, naar het goede voorbeeld van de Ryder Cup, de prestigieuze jaarlijkse golfwedstrijd tussen Amerika en Europa. Het Eurovisie Songfestival, vaak afgedaan als camp, draagt ook bij blijkt uit verschillende onderzoeken (zolang het maar camp blijft, overigens en niet te serieus wordt). De grootste verbinders zag Ylva, huisarts in Stockholm, in een onverwachte hoek, want volgens haar heeft Ryanair het meest bijgedragen aan Europese eenwording. Door deze en andere prijsvechters als EasyJet, AirBerlin, Vueling en Transavia reist namelijk iedereen, leert men elkaars landen kennen. ‘Vroeger ging iedereen heus weleens naar Londen, Parijs en Kopenhagen. Maar tegenwoordig gaan mensen, zeker jongeren, voor een weekendje naar Belfast, Krakau of Praag, naar steden waar je anders niet naartoe zou gaan. Gewoon omdat het bijna gratis is.’

Deze blog is geschreven door Mark Schalekamp